woensdag 6 november 2013

Wie zoet is krijgt lekkers…



Plotseling staan ze midden in boekhandel Polare. Abdelkader Benali vervloekt de ‘prachtige schrijversbus’ waarmee hij en enkele collega’s twee dagen door het land toeren om hun boeken te promoten. De bus heeft geen goede vering, waardoor de koffiebekertjes steeds omvielen. Het wordt ons, de wachtende belangstellenden, een beetje duidelijk waarom de bus ruim een half uur te laat is.
De oude Amerikaanse schoolbus bleek te groot voor de bochten van de binnenstad, waardoor het schrijfvolk met begeleidend personeel van uitgeverij De Arbeiderspers de laatste etappe te voet heeft moeten afleggen in de regen. Een aantal klanten is al bij voorbaat afgedropen. En wij, van de literatuur-minnende pers, hebben nu geen mogelijkheid om een mooie foto van de spectaculaire aankomst te maken.

Volgens de aankondiging gaan de uitgever en de winkelier ons deze grijze morgen in november laten zien hoeveel er te beleven valt in de boekhandel. Tot nu toe viel dat nogal tegen. Het meest spannende was nog dat de voor de gelegenheid ingehuurde jongens en meiden van het promotiebureau een bekeuring kregen van ijverige stadswachten.  Maar dat was buiten. In de winkel lagen de boeken keurig naast elkaar op rechte stapeltjes; als een skyline van een stad, of in lage formaties met een symmetrisch patroon.

Ruim vóór de komst van de schrijvers zonder bus, stonden er nóg enkele mensen te wachten. Zoals Koen Peppelenbos van ‘Tzum’, een literair blog. Ik had er nog nooit van gehoord, maar volgens zijn maat Ronald Ohlsen was het een héél goede. Ohlsen schreef zelf ook voor de blog. Hij was toevallig in de winkel en wilde eigenlijk zien waar het door hem geschreven boek was neergelegd, maar vond dat ook een beetje raar. ‘Hij ligt naast de genomineerden voor het beste boek van Groningen’ zei de verkoopster vleiend. De schrijver zag tot zijn grote blijdschap dat er wel drie stapels met exemplaren van zijn boek lagen.

Het wachten viel de aanwezigen niet mee. De verkoopsters werden telefonisch op de hoogte gehouden van de moeizame vorderingen en liepen zenuwachtig heen en weer. De anderen doodden de tijd met het bestuderen van de omslagen. Een man in driedelig zwart pak keek peinzend naar een dik boek met als titel ‘De bevoorrechte sekse’. “Dit boek lijkt wel een antwoord op Simone de Beauvoir.” Ik knikte instemmend. Hij: “Zo vreemd dat die modepopjes het eerst gered zijn toen de Titanic zonk.” Dat was een nogal abrupte overgang, maar wél een belevenis. Ik sputterde tegen dat ook de kinderen als eersten van boord mochten. Er ontspon zich een boeiend gesprekje over economische en evolutionaire overwegingen bij het redden van groepen mensen.
Een man in een lange bruine overjas keek verlangend naar de gevulde koeken en plakken cake. Hij vertelde dat hij vanaf zijn twaalfde alles las wat los en vast zat. Én aanschafte, want zijn collectie bestond uit meer dan 4000 boeken. Helaas lazen zijn kinderen niet.

Op de tafel waar de schrijvers uiteindelijk aanzitten, staan al die tijd thermoskannen koffie klaar en schalen met koek en cake. De wachtenden hebben een stevige trek gekregen, maar we moeten geduld hebben. Over twee weken komt Sinterklaas met zijn zwarte Pieten in de stad. Vandaag willen de Arbeiderspers en Polare ons verleiden tot de aanschaf van boeken als cadeau. “We zullen er maar het beste van maken”, zegt Peter Nijssen, die volgens de folder  ‘Master of Ceremony’ is, maar in het echt de uitgever. Er zijn nog zes mensen over, waarvan de helft voor zijn werk.
“Und jetzt?”vraag Joke Hermsen. We wachten. Als Abdelkader de koffie uit de bekertjes die nog niet waren omgevallen geloosd heeft in het toilet, kunnen we ‘het’ dan eindelijk gaan beleven.
Guus Bauer mag beginnen. Hij heeft een boek geschreven over de 1e wereldoorlog. Hiervoor heeft Bauer alle boeken uit de Nationale Bibliotheek  die tot 1990 over deze periode geschreven zijn bestudeerd.
Hij vertelt gepassioneerd over zijn onderzoek. Het mocht geen wikipedia-achtig boek worden. Daarom heeft Bauer ook persoonlijke ervaringen opgenomen. Het is een vrolijk boek over de oorlog. Dat is een paradox, maar wie wil krijgt uitleg na afloop.

‘Je kunt alles zeggen van Bad Boy, maar teleurstellen deed hij niet!’,  leest Abdelkader daarna voor uit het promotieboekje. De schrijver heeft zijn boek nog niet afgerond en kan er verder ook niets interessants over vertellen. Jammer, want ik dacht met Abdelkader heel wat te beleven.
Peter Nijssen haast zich om de opvolger van ‘Stil de tijd’ aan te kondigen. Joke Hermsen, de enige dame in het gezelschap, laat zich niet opjutten. Ze heeft een maatschappijkritische roman geschreven. Het boek geeft een uitweg uit het nihilisme. Hermsen vraagt ons het boek vooral  ook úit te lezen. We zullen rijkelijk beloond worden met nieuw élan.

Twee onbekende schrijvers, Mik Schots en Christophe Vekeman mogen als laatsten wat vertellen, waarna Peter Nijssen haastig afsluit: “Wij moeten snel weg. De mensen in Roden staan op ons te wachten. Wilt u een boek kopen, doe het dan nu!” De verkoopster haalt alvast de jassen op. De man van 4000 laat nog snel een nieuwe aanwinst signeren. Sicco van de Burg staat rustig na te genieten van een gesprekje met Joke Hermsen. “Zo geweldig, hoe zij filosofische ideeën verwerkt in de essays, en nu een roman!”
Er zijn geen pepernoten uitgedeeld. Wel een boekje met fragmenten en kortingsbonnen om de kooplust op te wekken. Maar eerst moet een andere honger gestild worden. De man van het blog pakt razendsnel zijn camera. Mooie kop: ‘Student steelt koek bij boekpresentatie’. Zo was er voor iedereen wat te beleven bij Polare.

maandag 28 oktober 2013

Luisteren naar oude muziek

Jazz, Arabische glissando’s, Oost-Europese en Aziatische melodieën; het komt allemaal voorbij tijdens een avondje luisteren naar Franse muziek uit de Middeleeuwen. Deze lang vervlogen tijd had een levendige muziekcultuur waar we nu nog de invloeden van tegenkomen.

Voor iedereen die interesse heeft in oude muziek organiseert de muziekschool deze herfst twee luisterlessen. Jankees Braaksma, specialist oude muziek, laat opnames horen, vertelt boeiende wetenswaardigheden en speelt ook zelf voorbeelden op de klavecimbel, het portatief (knie-orgel) en de tenor-fluit.

Deze regenachtige maandagavond zit ik met nog twintig anderen in een sfeervolle oude kamer van de muziekschool. Er is een oude schouw en een hoog plafond met kroonluchter. De hevige storm die vanmiddag over de stad raasde is gaan liggen. Door het geopende raam komen flarden strijkmuziek en pratende mensen naar binnen.

In de Middeleeuwen zouden er niet zoveel mensen naar een muziekavond komen. Jankees denkt hooguit tien. Die hadden dan weer wel drank meegenomen en vertelden elkaar de laatste roddels en grove moppen. Wij niet. Wij zijn een beschaafd gezelschap van diverse pluimage en leeftijden, met een gemeenschappelijke belangstelling voor de oude muziek.

Vanavond gaan we in vogelvlucht door drie eeuwen muziek. Als start luisteren we naar aquitaanse polyfonie uit het klooster st. Martial de limognes uit de 12e eeuw. Hemels. Twee stemmen vullen de ruimte. Een sonore onderstem, de tenor, die lange noten zingt, en een melodie. Heel vrij, zonder vast ritme. Deze muziek komen we nu nog in Oost-Europa tegen. Het maakte deel uit van de kerkelijke cultuur.

Het kyrië uit de Graduale van Eleonora van Aquitanie  (1122 – 1204) is Arabisch gekleurd. Eleonora was koningsdochter en abdis van Fontevraud. Zij is twee keer getrouwd geweest en heeft tien kinderen gekregen en opgevoed, wat op zichzelf een wonder was, want veel kinderen werden niet oud.
  
De wereldlijke muziek die we beluisteren werd gemaakt door troubadours en trouvières (in noord-Frankrijk). De melodieën zijn eenvoudig en vrolijk, de teksten mooi maar grof. Het leven was hard, en dat lees je hierin terug. Thema’s zijn seks, het doden van tegenstanders en te betreuren slachtoffers van kruistochten.  

Even later luisteren we naar het  prachtig meerstemmige Viderunt omnes, geschreven door Perotinus, een componist die verbonden was aan de Notre Dame van Paris. Guilaume de Machault schreef voor de kathedraal van Reims ritmische stukken.

Bijna op het eind speelt het ensemble Oude muziek live een motet uit de 14e eeuw. Het is een beetje te langzaam, maar we horen wel goed de dissonante samenklanken en de stemmen die schijnbaar op zichzelf door elkaar heen spelen. In die tijd, we zijn nu in de 14e eeuw beland, hielden componisten wedstrijden in componeren.  Vandaar.

In december gaat Jankees verder, met muziek uit de 15e, 16e en begin van de 17e eeuw.
Van harte aanbevolen!

Het Ensemble oude muziek bestaat uit:
Wieneke:  fluit
Bert: fluit
Adriaan:  gamba
Eef: zang
JanKees: fluit

 De volgende luisterles is op  16 december
Lokatie: Muziekschool Groningen, Sint Jansstraat 7
Entree € 5,-
Reserveren: 050-369 48 48 (receptie muziekschool)

vrijdag 11 oktober 2013

Dranghekken overbodig bij laatste talkshow Piet van Dijken



Het had zó mooi kunnen zijn. Een laatste keer stralen in zijn eigen talkshow in de bovenzaal van eetcafé ’t Zwarte Schaap aan het Schuitendiep. Het mag niet zo zijn. Piet heeft last van de felle lampen en de lege stoelen. Erger dan dit alles is de afmelding van hoofdgast Peter Rehwinkel: ‘Dát had hij niet moeten doen!’ De teleurgestelde gastheer lukt het niet meer om de avond te leiden, al verliest hij zijn gevoel voor humor niet. Hij blikt naar buiten en meldt dat ‘ze nu al dranghekken moeten plaatsen’. Slechts dertig belangstellenden, waar onder zeven personen van een journalistenopleiding, zijn gekomen. Piet informeert vertwijfelt: ‘Is er ook iemand van de pers? Niemand van de Gezinsbode?’
Piet van Dijken (1949) is een Bekende Groninger. Hij draagt fel gekleurde schoenen, heeft schouderlang grijs haar en een grote donkere bril. Piet is een markante en praatgrage man Sinds jaar en dag maakt hij het interviewprogramma 'Heerestraat Helemaal' voor TV-Noord. Tien jaar geleden begon hij een wekelijkse talkshow vanuit het toen nog bestaande Oosterparkstadion. Oog-tv registreerde hoe hij gasten uit de Groninger sportwereld ontving.
Dig Istha blijkt deze avond in ’t Zwarte Schaap een goede vervanger van de burgemeester. Helaas krijgt hij door de interrupties van Piet niet de gelegenheid iets interessants te vertellen. Op zijn beurt stelde Istha sterke vragen aan Hans Anker, de tweede gast. De advocaat van onder meer Robert M. zat duidelijk op de praatstoel. Nou ja, stoél? Als Anker spreekt dan staat hij, het liefst met gebalde vuist. Zo komt hij op voor de man met de kleine beurs die door bezuinigingen de toegang tot de rechtspraktijk onmogelijk wordt gemaakt. Hij vertelt van de uitzichtloze situatie van levenslang veroordeelden en tbs’ers die zijn broer bezoekt; de mensen die, tegen de rechtsverdragen in, nooit meer vrij komen. En passant houdt hij een betoog tegen de doodstraf.
Als intermezzo zingt Theo van Driessen een diep doorleefd ‘Laat me’ van Ramses Shaffy. Van Dijken: “Een tekst die van toepassing is op Peter Rehwinkel”. En op Piet zelf. De club journalisten in opleiding houdt het na een uurtje voor gezien. Piet kijkt hen beduusd na.